Het corrigeren van een afwijkende hoef- of beenstand
Kleine standscorrecties kunnen met een mes en/of rasp door een kundige hoefverzorger gedaan worden, maar soms is er meer nodig. Wil je de beenstand of de stand van de hoef bij een veulen corrigeren, dan is er vaak geen andere keuze dan te gaan lijmen. Hoefverzorgers kunnen gebruik maken van hulpmiddelen zoals speciale veulenschoentjes. Deze worden onder de hoef gelijmd.
Aan lijmen kleven ook de nodige nadelen en uitdagingen. Zo is een goede hechting erg belangrijk. Een veulen staat niet zo gemakkelijk stil. Tijdens het aanbrengen van de corrigerende maatregel is het, naast het hebben van een dosis rust en geduld, ook echt van belang om snel te werken.
Het veulen moet na het lijmen ook gewoon weer lekker buiten kunnen rondrennen en bokkensprongen maken. De kans dat je corrigerende hoefschoentje of extensie loslaat van de hoef is daarom reëel. Mocht er iets losgaan dan moet er heel snel ingegrepen worden: dezelfde dag nog.
Bovendien groeit een veulenhoef heel snel. Wanneer je er iets onder lijmt en dat niet door een deskundige in de gaten laat houden, zou dat de breedtegroei tegen kunnen gaan waardoor er weer kans is op hoefvervorming.
Kortom: een standscorrectie bij veulens is geen kwestie van ‘lijmen en loslaten’. Het is belangrijk om het veulen meerdere keren per dag te kunnen checken en direct te kunnen ingrijpen wanneer dat nodig is.
Huisvesting en begeleiding bij standscorrectie
Standsverandering is een dynamisch proces. Een deel van de behandeling bestaat uit het aanbrengen en goed monitoren van speciaal aangepaste orthopedische hoefschoentjes. Echter, dit is niet het enige dat nodig is om tot een gezonde hoef- of beenstand te komen.
Ook een juist gedoseerde hoeveelheid beweging over de verschillende ondergronden is minstens zo belangrijk. Daarnaast is er waarschijnlijk ondersteuning vanuit een dierenarts nodig, soms in de vorm van pijnstilling. Bovendien kunnen (rek)oefeningen onder begeleiding van een paardenfysiotherapeut gewenst zijn.
De correctie van een afwijkende hoef- of beenstand bij je veulen is een tijdrovende klus. Met één keer per maand een bezoek van de hoefsmid ga je het niet redden. Eigenlijk zou je hoefsmid bijna dagelijks even moeten langskomen om te controleren hoe het gaat, en waar nodig bij te sturen.
Opereren: een ingrijpende maatregel
Bij te laat ingrijpen of een tegenvallend resultaat bij een behandeling kan er vaak nog operatief ingegrepen worden. Ook hierbij geldt: hoe eerder, des te beter de prognose voor het veulen. Dierenartsen zijn vaak wat afwachtend bij een afwijkende stand bij veulens. Inderdaad: soms trekt het vanzelf recht. Echter te lang afwachten kan ervoor zorgen dat alleen de laatste optie voor standscorrectie nog overblijft: een operatie.
Bij flexurale afwijkingen waarbij de pezen een grote rol spelen, bijvoorbeeld een te hoge spanning in de buigpezen bij de bokhoef kan het checkligament of de beide checkligamenten worden doorgesneden. Die behandeling in combinatie met orthopedische veulenschoentjes zorgt ervoor dat de stand snel weer goed komt. De checkligament(en) herstellen wel weer.
Ook scheefgroei vanuit de groeischijven kan operatief behandeld worden. Men kan de groei aan een zijde stimuleren of juist afremmen door bijvoorbeeld het inkerven van de groeischijven. Hierbij geldt: de operatie zelf hoeft niet per se voor problemen te zorgen. Toch verdient het de voorkeur om niet te opereren als het ook anders kan.
Je eigen dierenarts of de kliniek waarnaar je wordt doorverwezen voor een operatie is ongetwijfeld goed in het uitvoeren van deze ingreep. Een operatie brengt echter altijd risico’s met zich mee en laat altijd littekens na.
Het grootste nadeel van een operatie is dat je veulen enkele weken boxrust moet houden. Dat terwijl vele onderzoeken aantonen dat opgroeiende veulens gebaat zijn bij vrije beweging! Bovendien kan een periode van boxrust op latere leeftijd ook weer voor problemen zorgen. Denk aan problemen in het bewegingsgestel maar ook luchtzuigen en andere stalondeugden kunnen hun oorsprong vinden in boxrust op jonge leeftijd. Alle reden dus om het niet zover te laten komen.
Wacht niet te lang: roep de hulp van een deskundige in
In de praktijk merk ik dat er vaak te laat wordt ingegrepen wanneer de hoef- of beenstand van een veulen niet ‘normaal’ is. Hoefsmeden en dierenartsen zijn vaak terughoudend, meestal omdat het niet hun specialiteit is om een afwijkende stand te corrigeren. Je krijgt vaak het advies om het ‘nog even aan te kijken’.
Het behandelen van veulens met een standsafwijking is ook echt iets anders dan regulier hoefonderhoud, het bekappen en/of beslaan en zelfs heel anders dan het aanbrengen van orthopedisch beslag. Dit is natuurlijk helemaal geen probleem en het is niet vreemd als jouw hoefsmid geen deskundige op het gebied van veulenhoeven is. Hij of zij zou je in dat geval moeten doorverwijzen, zodat snel met de behandeling kan worden gestart.
Maandenlang dingen uitproberen zorgt voor een kostbaar tijdverlies. De groeisnelheid van de botten neemt snel af. Een veulen van zes maanden is al op de helft van zijn volwassen lichaamsgrootte. Het is zaak om in te grijpen wanneer het veulentje nog volop in de groei is: in de eerste weken en maanden na de geboorte. De kans dat corrigerende maatregelen succes hebben, is dan het grootst. Bovendien is hiermee in de meeste gevallen een ingrijpende operatie te voorkomen.
Kijk het dus hooguit een paar weken aan: de afwijking kan ook vanzelf bijtrekken. Is het na een paar weken echter niet verbeterd, of verergert de afwijkende stand alleen maar (je veulentje wordt ook snel zwaarder), neem dan contact op met een hoefspecialist die deskundig is op dit gebied.
Merrie en veulen in hoefrevalidatie
Ik werk heel graag met veulens. Het liefst vang ik het veulen met moeder bij ons op zodat ik de behandeling op de voet kan volgen en zo nodig bijstellen. Alle mogelijke (lijm)schoentjes en andere benodigdheden zijn aanwezig. Wanneer er geen standaardoplossingen meer zijn kunnen we de nodige aanpassingen aan bestaande hoefschoenen maken.
Als een merrie met veulen hier in onze hoefrevalidatie verblijft voor een standscorrectie van bijvoorbeeld een bokhoef, kan ik dagelijks bijsturen. Ook kan ik direct ingrijpen mocht het veulen de lijmschoen of extensie verliezen door deze direct te vervangen. Verder geven we de nodige beweging op de juiste ondergrond. We hebben zelfs speciaal daarvoor een mooie ovale trainingsmolen van 19 bij 13 meter waar de merrie met veulen in kan om voor nog meer beweging te zorgen.
Daarbij werken wij samen met een dierenarts en paardenfysiotherapeut voor eventuele ondersteuning.
Casus uit de praktijk: corrigeren van een bokhoefje
Dit jaar verbleef er een mooi KWPN merrieveulen bij ons in de hoefrevalidatie. Zij was eigenlijk al vrij ‘oud’ op het moment van opname; of we voldoende resultaat zouden kunnen boeken was maar de vraag. Ze was bijna een half jaar en had een heel steile bokhoef.
Natuurlijk is de eerste actie altijd een corrigerende bekapping. Vanaf de eerste dag zijn we daarnaast aan de slag gegaan met correctieve lijmschoentjes. De gangbare maten veulenschoentjes pasten al niet meer omdat het veulen al te groot was, maar na wat knutselen had ik wat bruikbaars gemaakt.
We hebben het veulen ondersteund met pijnstilling. Van de fysiotherapeut kregen we speciale rekoefeningen om te doen. Al vrij snel was duidelijk dat we zeker effect zouden gaan zien: het hoefje werd steeds correcter belast.
En op een gegeven moment ging het niet meer met lijmschoentjes, terwijl het corrigerende werk nog niet geheel klaar was. Ter ondersteuning heb ik toen een standaard hoefschoentje omgebouwd tot therapeutisch veulenschoentje.
Merrie en veulen werden, na een eerste wenperiode met z’n tweeën te hebben gestaan, al spoedig in onze eigen kudde opgenomen. Het voordeel daarvan was, dat het afspenen heel soepel verliep. Het veulen heeft geen enkele moeite gehad met het vertrek van de merrie. Hoewel het veulen zelf inmiddels ook naar huis mocht, vond de fokster het prettig als zij nog een tijdje bij ons in de ‘opfok’ kon blijven. Het voordeel hiervan is dat ik voortdurend zicht heb op de hoeven van het opgroeiende veulen. Zeer regelmatig werk ik nog wat bij, maar er is een bepaalde basisstand behaald waar we tevreden mee kunnen zijn. Dat terwijl de enige optie volgens de eigen dierenarts een operatie was.