Hoe vaak komt de hoefsmid?

Van oudsher komt een hoefsmid ongeveer om de acht weken om paarden te bekappen of opnieuw te beslaan. Wanneer je een paard beslaat, is het belangrijk dat de nagelgaten voldoende naar beneden zijn gegroeid voordat je een nieuw hoefijzer onder slaat. Zo voorkom je dat een “gatenkaas” ontstaat door het steeds opnieuw beslaan. De hoef van je paard heeft ongeveer acht weken nodig voordat nagelgaten voldoende zijn uitgegroeid, vandaar dat dit interval tussen de afspraken met de hoefsmid gangbaar is geworden. Bovendien zijn hoefijzers zo slijtvast dat ze gemakkelijk deze acht weken mee gaan.

Wanneer je binnen een kortere tijd opnieuw beslaat, zou de hoefwand te veel beschadigen. Laat je een hoefijzer daarentegen te lang onder de hoef zitten dan is de kans groot dat het ijzer tussentijds loskomt, met alle risico’s van dien.

Standsverandering van de hoef door te lange interval tussen bekappingen

Een paardenhoef groeit gemiddeld 1 centimeter per maand. Wanneer een hoefijzer twee maanden (acht weken) onder de hoef blijft zitten, betekent dat dat de hoef op het hoefijzer 2 centimeter is gegroeid.

Een beslagen hoef slijt alleen in het achterste gedeelte op het hoefijzer, omdat het hoefmechanisme zo beperkt wordt dat er alleen nog achter in de hoef enige beweging ten opzichte van het ijzer mogelijk is. Bovendien weten we dat een hoef niet alleen omhoog groeit, maar ook naar voren. In de acht weken dat het hoefijzer onder de paardenhoef vast zit, vindt daardoor een standsverandering van de hoef plaats. Die vervolgens in één klap weer aangepast wordt zodra de hoefsmid weer komt om te bekappen en opnieuw te beslaan. Deze plotsklapse standsveranderingen zijn onprettig en ongezond voor je paard.

Beter is om vaker te bekappen

Veel gezonder voor het paard zou zijn om de tijd tussen de bekappingen korter te houden, zodat de standsveranderingen minimaal zijn. Bij paarden die lopen op blote hoeven of op hoefschoenen is dat ook zeker mogelijk.

Dit brengt echter ook een nadeel met zich mee: het bijhouden van de hoeven wordt een stuk prijziger doordat de hoefsmid vaker moet komen. Paardenhoeven blijven door dit regelmatiger bekappen ook nog eens mooi in vorm. Hierdoor kan je als klant het idee krijgen dat de hoefsmid maar weinig werk heeft (terwijl hij juist aan de details kan werken).

Zelf de hoeven onderhouden

Jij als eigenaar of verzorger van het paard kunt prima wat hoefonderhoud zélf doen, tussen de afspraken met de hoefsmid door. Vereiste is natuurlijk wel dat het paard gezonde hoeven heeft. Afhankelijk van de moeilijkheidsgraad van de hoeven en jouw kunde kan je in meer of mindere mate zelf onderhouden waardoor de hoefsmid of hoefbekapper minder vaak hoeft te komen.

En mooi bijkomend voordeel is dat de hoefschoenen van je paard nóg beter passend blijven zitten!

Weet wat je doet: omgaan met gereedschap

Wanneer je zelf met mesjes, tangen en raspen aan de gang gaat, is het heel belangrijk dat je goed weet wat je doet. Je wilt je paard niet kreupel maken! Bereid je daarom onder professionele begeleiding voor en doe wat ervaring op voordat je in de hoeven van je paard begint te snijden.

Er zijn diverse stromingen waarbinnen je kunt leren om zelf hoeven te onderhouden. Verschillende cursussen die worden gegeven bieden je de mogelijkheid om in grote groepen een kadaverhoef te bekappen. Hoewel dat zeker leuk en leerzaam is en een prima kennismaking met het zelf bekappen, zie ik dat de kennis en kunde die je opdoet in zulke cursussen erg beperkt is. Ze worden vaak verzorgd door mensen die weinig of geen praktijkervaring met het bekappen van levende paarden hebben.